Na ons vertrek uit Nederland is Jamaica het 30ste land wat we aan doen en hebben we ruim 17.000 mijl afgelegd.
Vanaf Cuba was het 260 mijl, wat we in 2 ½ dag gedaan hebben. Er stond toch weer meer wind dan de voorspelling had aangegeven en kwam op 40 graden binnen, maakt dat we lekkere klappen maken op de hoge golven.
Het eerste wat we meestal doen is kijken waar we geld kunnen pinnen en waar de supermarkt is.
Laten ons met een taxi naar de bank brengen waar we 300 Jamaicaanse dollars pinnen, wat later iets meer dan 2 euro blijkt, foutje!
Bij een nieuwe poging pinnen we er 30.000, hier kunnen we wel even mee vooruit.
Dan laten we ons ook nog maar even bij de supermarkt afzetten, wat een verschil met Cuba, hier een echte winkel met van alles en nog wat te koop.
Goedkoop zijn de boodschappen hier niet, 1 voorbeeld: 1 liter yoghurt kost ongeveer 10 euro!
Daarentegen lunchen we voor nog geen 4 euro, waarvoor we allebei een prima sandwich met wat te drinken hebben.
Een taxirit is hier goed te betalen, dus laten we ons de volgende dag door een super vriendelijke taxichauffeur afzetten in het centrum van Montego Bay.
Bij het uitstappen geeft gauw nog zijn kaartje voor als we besluiten om toch niet terug te gaan lopen naar de marina. We horen hem denken: mafkezen, wie gaat er nou een uur lopen!!!
Op Cuba spraken we Fransen die Jamaica verschrikkelijk vonden, druk, opdringerig en smerig.
Het is zeker druk onder andere met de vele straatverkopers, maar opdringerig absoluut niet, nee is nee en dan is het oké.
Is het hier smerig? Er is hier rondom de fastfoodketens net zoveel afval te vinden als in bv Nederland, maar smerig, nee, mensen zijn hier heel schoon op zichzelf.
Zo zie je maar weer dat iedereen zijn eigen beleving heeft bij een plaats en/of land.
Houden het hier, na een paar uurtjes te hebben rondgeslenterd, voor gezien, gaan lopend terug. Een klein uurtje later zitten we heerlijk aan een koud biertje, dat hebben we verdiend.
Na 6 dagen houden we het hier voor gezien, gaan uitklaren om vervolgens bij Ocho Rios weer in te klaren, hoe omslachtig kun je het maken!!
Gelukkig is Henk zijn verkoudheid zo goed als over, je moet er toch niet aandenken met het vervelende coronavirus wat wereldwijd heerst dat we in quarantaine zouden moeten.
Overigens zijn er op Jamaica al wel een aantal cruiseboten geweigerd vanwege het virus.
Voordat we Ocho Rios bereiken maken we een tussenstop in Discovery Bay.
Het is niet helemaal duidelijk of Christopher Colombus in 1494 voor het eerst hier aan land ging of bij Seville la Nueva, wat iets verderop ligt.
In iedergeval is het een prachtige baai waar we heerlijk rustig liggen, nou ja behalve dan de reggae muziek die tot diep in de nacht over de baai schalt.
Ocho Rios is vanaf hier nog maar 17,5 mijl, toch vertrekken we de volgende dag vroeg. Het is niet te bezeilen, dus motoren we het hele stuk en doen dat ook nog eens in de regen.
Rond koffietijd ligt ons anker in de baai van Ocho Rios waar we direct de havenpolitie langszij krijgen die aangeeft waar we ons moeten melden met al onze papieren.
Maken de dinghy in orde, gaan naar de kant en een uurtje later is alles geregeld met de dame van douane/immigratie.
Ocho Rios vaart vooral wel bij het toerisme, normaal komen hier bijna dagelijks cruiseschepen aan de kade (waar wij vlak achter liggen).
Nu met het virus is het een ander verhaal, een aantal cruiseschepen moet eerst nog een paar uur dobberen voordat er toestemming komt om naar de kade te mogen.
Balen voor de vakantiegangers aan boord, mag je uiteindelijk om 14.00 uur van boord om vervolgens om 16.30 uur weer aan boord te moeten zijn omdat de volgende bestemming wacht.
Het enige wat je dan kan doen is snel souveniers inslaan, een hamburger scoren en hop terug.
Geen idee of de hotels die rondom de baai staan volgeboekt zijn of dat zij ook al last hebben van annuleringen.
Wat wij minder vinden aan Discovery Bay en Ocho Rios zijn de bassins waar dolfijnen zwemmen en dat alles ter vermaak van toeristen (ze kunnen ermee zwemmen en kijken naar de kunstjes die ze opvoeren). Opdoeken dit, de toeristen zoeken maar ander vermaak.
Na Ocho Rios gaan we richting Port Antonio, daar ankeren we niet maar gaan naar de Errol Flynn marina (vernoemd naar de Amerikaanse acteur die hier ook vele jaren met zijn boot heeft gelegen), Heerlijk om weer eens van de boot af te kunnen stappen als je daar zin in hebt, zonder eerst met je dinghy naar de kant te moeten varen.
De Blue Mountains schijnen prachtig te zijn als de zon schijnt, maar die laat het op deze dag afweten.
Het is maar 120 kilometer rijden maar na 5 uur hebben we er nog 30 voor de boeg.
We moeten links rijden op wegen die erbarmelijk slecht zijn, soms moet je zigzaggend over de weg om te proberen de grote gaten te vermijden, wat niet altijd lukt.
Komen onderweg één gelegenheid tegen waar we koffie drinken, maar die is dan ook heerlijk, ze schenken er pure Blue Mountain koffie. Deze koffie komt hier uit de streek, vaak vermengd men deze echter met goedkopere koffie, hier gelukkig niet.
Na 2 bakken gaan we verder over de slingerende bergweg naar de top, terwijl de regen inmiddels met bakken uit de lucht komt.
Door de vele regen is het zicht heel slecht geworden, we houden het voorgezien en keren om, de top gaan we toch niet meer halen willen we voor donker terug zijn in de haven.
Ik moet er niet aandenken om in het donker (hier geen lantaarnpalen langs de weg) over deze slechte wegen te moeten rijden en dan ook nog proberen om alle gaten te vermijden, zou gekkenwerk zijn.
Door al die regen zien we wel heel veel watervallen, soms stroomt een waterval gewoon over de weg, ook rijden we langs wild stromende rivieren.
Het is ondertussen ook behoorlijk gaan waaien, wat we goed zien als we weer langs de kust rijden.
veroorzaakt door de golven langs de kust |
Onze tweede dag zetten we koers naar de Reach watervallen.
Helaas gaan wij niets van deze watervallen bewonderen, bij aankomst blijkt het park vandaag gesloten! Hebben wij weer!!
Dan maar terug, maar via een andere route, gaan door het regenwoud. Een uitdaging met al die gaten in het smalle bergweggetje wat ons naar de top brengt. Soms rijden we door een dorpje waar wij ons afvragen hoe die mensen in hun dagelijkse behoefte kunnen voorzien.
Twee keer een spannend momentje als we op de smalle bergweg een tegenligger hebben.
De hele tocht is een uitdaging maar wel een prachtige, omgeven door bananenbomen, palmbomen en prachtige bloeiende planten.
Gaan nog even langs de Blue Lagoon om daar ook heel snel weer te vertrekken, dat viel een beetje tegen.
Alleen maar mannen die ons één voor één lastig vallen om vooral met hen een boottochtje over de lagoon te maken.
Daar hebben we geen zin in, we gaan op zoek naar een restaurantje voor een late lunch.
Vinden uiteindelijk een leuk plekje, lunchen prima bij het water en ze hebben internet.
Port Antiono is een klein dichtbevolkt dorp, veel toeristen zien ze hier niet. Soms komt er een zeilboot zoals wij, maar daar blijft het dan ook bij.
Er gebeurt veel op straat, ook moet je oppassen om niet high te worden van alles wat er zoal rondom ons gerookt wordt.
Ook hier zien we veel look-a-likes van Bob Marley en schalt zijn muziek door de straten.
Een bezoekje aan zijn graf zat er niet in, lag iets teveel uit onze route.
markt |
markt |
Na een week gaan wij ons bezoek aan Jamaica afsluiten, de Dominicaanse Republiek wacht.
Wij hebben genoten van Jamaica, geen spijt dat we gegaan zijn ondanks de soms wat negatieve verhalen.
Groente en fruit ingeslagen, uitgeklaard en we vertrekken op 11 maart om 09.00 uur voor de 280 mijl naar de Dominicaanse Republiek.
Tot later!!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Welkom