maandag 23 september 2019

Terug op Nova Scotia

Weer terug in Nova Scotia – Cape Breton, varen om 07.30 uur het Bras d’Or Lake op. Was nog een beetje spannend of we het zouden redden om binnen te lopen met de stroom mee, het is ons gelukt.
Gistermorgen om 09.00 uur vertrokken vanuit Port aux Basque, dan is het altijd afwachten of er genoeg wind blijft om de 5 mijl per uur te halen die wij uitgerekend hadden om op tijd aan te komen.

De oversteek was verder prima, alleen regen tijdens Henk zijn wacht. Wij vinden het altijd lastig om bij één nacht doorvaren in slaap te komen. Meestal is het voor ons beide alleen een beetje rusten, maar nu tijdens mijn eerste slaap heb ik echt geslapen. Ben dan ook wel een beetje kribbig nadat Henk mij wakker heeft gemaakt, kribbig of niet, warme kleren aan en wacht overnemen.
Henk slaapt nog als ik via de vaargeul het Bras d’or Lake opvaar. Wow wat is het hier prachtig, zoveel groen, zoveel mooie ankerplekjes. Inmiddels is het 13.00 uur als wij aankomen bij Baddeck en 115 mijl achter de rug hebben.
Zoveel boten hebben we lang niet gezien om ons heen, lekker druk maar plek genoeg.





Gauw bootje te water laten, motortje erop en dan naar de kant om te kijken of we nog een auto kunnen huren voor een paar dagen om de Cabot Trail te gaan doen. De overnachtingen zijn geen probleem, op diverse campings zijn nog hutjes of tenten (tipi’s) te huur.

De Cabot Trail is 300 kilometer lang, brengt je langs mooie kusten maar laat je ook proeven van de Cape Breton Highlands.
De dame van autoverhuur slaakt een diepe zucht op ons verzoek voor een auto over 2 of 3 dagen.
Je kunt op de wachtlijst waar je nog 10 wachtende voor je hebt, gaat het dus jammer genoeg niet worden. Over 14 dagen is het geen probleem, helaas gaat dat echt te laat worden.
Even komt de gedachte op om dan maar een één daagse excursie te doen, dat was ook maar even. Veel te duur en de hele dag zitten in de bus en er alleen uit mogen voor een foto. Nee, dat gaat het niet worden.
Baddeck is een toeristisch plaatsje waar je doorheen komt als je de Cabot Trail gaat doen. Veel dagjesmensen en/of toeristen die hier rondwandelen kun je wat verdienen! Dat denkt ook de doedelzakspeler die de hele dag al spelend op zijn doedelzak op en neer langs de waterkant loopt. Zijn repertoire is jammer genoeg niet zo groot, de hele dag speelt hij nagenoeg hetzelfde deuntje.




De Canadese boot Sage van Toni en Conny ligt hier ook, hen hebben wij eerder ontmoet in Province Town en Lunenburg. Zij nodigen ons uit voor het eten vanavond, gezellig. Hebben al eerder bij elkaar gegeten en de toen door hen gemaakte macaroni met kaas ligt ons nog vers in het geheugen.
Vanavond kip met rijst en boontjes, daar kan niets mis mee zijn, alleen heeft hij niet een paar peperkorrels gebruikt maar het hele zakje erin gekieperd, dat deed aan de gezelligheid niets af.
Toni en Conny zijn met de Sage de hele wereld over gezeild, zijn er nu nu klaar mee, boot staat te koop en is er een huurhuis gevonden in Victoria (Vancouver). Ze zullen blijven reizen alleen nu per auto, trein of wat dan ook, maar niet meer met een boot.

Tijdens onze wandeling door Baddeck stuiten we op het Alexander Graham Bell museum. Graham Bell, geboren in Schotland, emigreerde naar Canada en later naar Amerika, is uitvinder en oprichter van telefoonmaatschappij Bell.
Na lang onderzoek gedaan te hebben op het hoorbaar maken van spraak diende hij op 14 februari 1876 zijn octrooiaanvraag van de telefoon in. Hoewel uit het apparaat van Bell nauwelijks een gesproken woord kwam, werd het octrooi op 7 maart 1876 toegekend en drie dagen later sprak Bell tegen zijn assistent te historische woorden door de telefoon: Mr. Watson, come here. I want to see you.
Watson, die in een andere kamer verbleef, kwam direct.
Alexander Graham Bell met zijn vrouw Mabel


lekkere douche




We gaan een keer niet zo vroeg vertrekken, pas om 11.00 uur trekken we het anker omhoog en gaan onderweg een ankerplekje zoeken. Uiteindelijk vinden we dat tussen Big en Little Harbour. Inmiddels is het flink gaan regenen, staat er behoorlijke wind (6 tot 7 bft.) en hebben we hevige onweer met onwijs harde klappen, die gelukkig niet zo heel dichtbij zijn. 

Niet dat we heel veel haast hebben maar toch willen we wel een beetje opschieten om in Halifax te komen.
Daar ligt inmiddels de Bojangles maar ook de Livingstone is daarnaar toe onderweg, straks weer even gezellig bij kletsen met z’n 6-en.
Bojangles gaat net als wij zuidwaarts, Livingstone gaat nog naar het noorden. Of ze ook naar Newfoundland gaan!

Denken zo’n 4 uurtjes nodig te hebben om bij het plaatsje St. Peters te komen in de Strachans Cove. Bij St. Peters moet je een smal kanaal en een sluis door om verder zuidwaarts te kunnen gaan.
Komen vroeg aan in St. Peters en besluiten meteen maar naar de kant te gaan om wat van het dorp te bekijken. Het is een leuk plaatsje met leuke winkeltjes, maar ook een plek waar je prachtige wandelingen kunt maken, zo kun je langs het St. Peters kanaal of een rondje baai lopen.

mooi ankerplekje bij St. Peter

wat bijverdienen!!

kom je in het hele dorp tegen


















De volgende dag gaan we verder, de sluis gaat pas om 08.00 uur draaien. Op tijd liggen we klaar als de brug opengaat en wij door kunnen richting sluis.
Met nog 5 andere boten varen we een stuk het kanaal op, de sluiswachter weet niet wat haar overkomt, zoveel boten in één keer!






De sluis is inmiddels 150 jaar oud en dat vieren ze. Wij krijgen een certificaat, waaruit blijkt dat wij boot nummer 506 zijn die de eerste keer gebruik maakt van de sluis.

Eénmaal de sluis door; mist, dichte mist!! Gedver, gelukkig zien we op de plotter waar we varen, zelf zien we de boeien waar we tussendoor varen niet.
De mist houden we, ook als we al scharrelend tussen verschillende eilandjes doorvaren. We hadden ook buitenom kunnen gaan, maar dit scharrelen scheelt ons zeker 10 mijl, mist is overal dus dat maakt niet uit.
Ons eerste ankerplekje bij Yankee Cove moet volgens de boeken een mooi plekje zijn, maar helaas is de mist er nog steeds en zien we er weinig van, het enige wat we zien zijn de vele zeehondjes vlakbij de boot. Verder een rustig plekje, hebben heerlijk geslapen.
Helaas worden we wakker in een, nog steeds, mistige wereld en de wind is weg. Hebben 60 mijl voor de boeg, waarvan we er veel op de motor afleggen naar Beaver Harbour.
Bij het binnenvaren naar ons ankerplek bij Beaver Harbour trekt de mist op en zien we wat van de omgeving, altijd leuk!
Dit is ook maar een plekje voor 1 nacht, morgen naar Halifax.
We hebben om precies te zijn 62,7 mijl afgelegd als ons anker in de North West Arm bij Halifax ligt.
Een geweldige zeildag achter de rug zonder mist en de wind uit de goede hoek, hebben een gemiddelde van ruim 5 mijl per uur gehaald, niet slecht!
Gauw even douchen, dan borrelen bij de Bojangles, bijkletsen en we kunnen mee-eten. Jan en Corrie van de Livingstone zijn de stad in, het is feestweek, die zien we morgen wel.
De volgende ochtend staat de koffie met cake klaar bij de Livingstone aan boord, gezellig weerzien.
Zij willen alles weten over Cape Breton en Newfoundland, zijn er nog niet uit wat ze gaan doen.
Na de koffie voor ons ook tijd om ons te mengen in het feestgedruis in de stad, alleen is het zo warm dat we al gauw verkoeling zoeken. Feest of geen feest, wij hebben er gauw genoeg van met deze warmte, terug naar de boot.
Terug aan boord snel toetje maken en naar de Livingstone om met z’n zessen alle verhalen en belevenissen van elkaar aan te horen onder het genot van een drankje en allerlei lekkere salades en ons toetje.

De volgende dag blijken Jan en Corrie het besluit genomen te hebben om toch naar Newfoundland te gaan, wij waren zo enthousiast, ze gaan gewoon.
Lang blijven we niet in Halifax, we moeten naar Riverport naar de Schoonerdagen 2019. Via Rob en Baudine zijn we uitgenodigd om 2 dagen mee te doen met dit evenement waar zo’n 25 schepen aan meedoen en een week lang duurt.

Een Schooner is een zeilboot met 2 masten waarvan de voorste mast lager is dan de achterste, in tegenstelling tot de Klipper waar de achterste mast lager is dan de voorste.
Maken nog even een stop in Lunenburg voor wat boodschappen en dan snel door naar Riverport. De eerste avond begint met een gezellige bijeenkomst in het dorpshuis met muziek. In het dorpshuis is de verkoop van alcohol maar ook het nuttigen daarvan in dit gebouw verboden. Wat zou er toch in al die zelf meegebrachte flessen zitten die verpakt zijn in papier of aluminium folie!! Aan het einde van de avond kunnen wij niet anders concluderen dat er alcohol ingezeten moet hebben, menigeen is behoorlijk aangeschoten.

Ik bedank voor deelname aan de zeilwedstrijd, Baudine, Rob en Henk stappen op bij Russ en Heidi eigenaren van Schooner Tillicum.
Ze hebben een fantastische dag, helaas zijn ze niet in de prijzen gevallen. Rob en Henk besluiten het morgen anders aan te pakken, ze gaan de te varen tactiek overnemen van Russ.
Dit werpt de volgende dag zijn vruchten af als bij de prijsuitreiking blijkt dat ze eerste zijn geworden, goed gedaan Baudine en mannen.
Schooner Tillicum

Tillicum onder zeil


Op de finishlijn verslagen:



Hebben een paar gezellige dagen gehad in Riverport en La Have (waar de tweede dag de wedstrijd plaatsvond).
Nog twee stops te gaan voordat we weer teruggaan naar Amerika. De eerste stop is Liverpool, waar we twee dagen blijven en dan een lange dag om bij Cape Sable Island te komen.
In Liverpool nemen Henk en ik de toeristische wandeling naar Fort Point Lighthouse, een wandeling die ons langs allerlei historische panden loodst en uiteindelijk bij de vuurtoren uitkomt.
Daarna gauw nog een paar boodschappen en zijn net op tijd aan boord als de voorspelde bui losbarst.
Het was een lange lange tocht naar Cape Sable Island en alleen maar mist, dichte mist en dat ruim 68,5 mijl. Hebben onderweg nog even marifoon contact met zeilboot Nomad (nooit eerder ontmoet), deze wil graag weten waar wij naar toe gaan.
Ons ankerplekje vinden we bij de visserijhaven, dit blijkt een goede keus, heerlijk rustig gelegen.

De volgende ochtend nog steeds dichte mist, wel of niet vertrekken?
Besluiten te gaan, hopen dat het straks gaat opklaren. Bij de Bojangles is alles nog in diepe rust, zij hebben niet zo’n lange tocht voor de boeg naar Maine, wij echter 270 mijl naar New Bedford.
Varen toch maar even langs en na wat roepen komt Baudine naar buiten en zwaait ons uit.
Hiermee eindigen onze verhalen over New Foundland, Cape Breton, Nova Scotia, nu op naar Amerika, op naar New Bedford om in te klaren.

Tot later! 

zaterdag 21 september 2019

Newfoundland vervolg

Strak blauwe lucht, wat echter geen garantie is voor warm weer. Lange broek, trui, laarzen en nog hebben we het koud. Gelukkig hoeven we maar 11 mijl naar de overkant, Burgeo!
Bij het naderen van Burgeo een beetje scharrelen tussen de eilandjes door en vooral het laatste stukje rustig varen, is hier niet zo diep en ook nog eens laag water. Het gaat gelukkig allemaal goed.




Vanwege de voorspelde windkracht 6 tot 7 bft. besluiten we niet te gaan ankeren maar aan de ietwat ongezellige kade te gaan liggen.



Liggen net of de eerste belangstellende komt al langs om gezellig een praatje te maken en niet veel later komen er nog meer en dat blijft zo alle dagen dat wij hier zijn. Ze zijn stuk voor stuk wel heel verbaasd dat we al zeilend helemaal vanuit Nederland komen.
Het is hier niet een goedkoop plekje vergeleken met de andere plekken waar we moesten betalen, maar ach we kunnen hier douchen en er is een gratis wasmachine en droger, waar wij dan ook veelvuldig gebruik van maken.
Ook hier zijn de mensen super aardig, meteen bereid om overal met je naartoe te rijden. Wij maken daar dankbaar gebruik van om oa onze gasfles te laten vullen en om onszelf gesjouw met boodschappen te besparen.
Burgeo heeft een oppervlakte van 31,34 km2 met ca 1400 inwoners. Ook hier daalt het aantal inwoners in rap tempo, in 5 jaar tijd is het aantal met bijna 11% afgenomen.


























Na 3 dagen houden we het voor gezien, waarvan we 1,5 dag lekker in de omgeving hebben kunnen rondwandelen met prachtig weer, helaas kwam de rest van onze tijd hier de regen met bakken naar beneden.
Bij ons vertrek om 06.45 uur naar La Poile is het hoog water dus minder spannend op het ondiepe gedeelte. Vandaag een iets langere dag voor de boeg, moeten 35 mijl. Heerlijk weer, alleen de wind laat het een beetje afweten (het is ook nooit helemaal goed), dus vandaag de motor maar wat uren laten maken.
Inmiddels is het 14.00 uur als we binnenvaren, wauw ook hier weer een prachtige baai. Toch gaan we niet voor anker, het gedeelte waar wij kunnen ankeren (diepte 7 meter) ligt wel erg dichtbij de rotsen en dan niet zeker weten hoe de ankergrond is, we gaan aan de kade liggen. 



In La Poile is niet veel te beleven, 15 minuten en je bent van de ene kant van het dorp aan de andere kant.


























Het lijkt wel of ze hier net uit winterslaap komen en meteen al weer volop bezig zijn om de komende winter er weer warmpjes bij te kunnen zitten. 


Zijn hier wel een bezienswaardigheid, maar in een praatje maken hebben de meesten geen zin en degene die wel willen praten zijn niet te verstaan, wat een verschrikkelijk accent.
Het hoogtepunt van de dag hier is als de veerboot langskomt, die de door de bewoners bestelde goederen in Burgeo komt afleveren.


Eén dag hier is lang genoeg, op weg naar Rose Blanche.  De wind gaat in de loop van de middag tegen staan, dus vroeg vertrekken (betekent 05.30 uur) voor de 18 mijl die we te gaan hebben.
Vroeg vertrekken is ook vroeg aankomen, om 10.00 uur hebben we een mooi plekje aan de kade en mogen hier gratis liggen, daar houden wij NL-ders van!!

Vroeger lag deze kade vol vissersboten, helaas is die tijd al lang voorbij. De zee is hier behoorlijk leeggevist, er zwemt bijna geen Cod (kabeljauw) meer in zee.


Vissers die nu nog iedere dag uitvaren hebben een quotum, ook mag er tegenwoordig per gezinslid niet meer dan 5 cod’s gekocht worden met een maximum van 15 per gezin.
Maar wat een plekje en wat een super aardige mensen die allemaal wel willen weten waar we vandaan komen en waar we allemaal geweest zijn.
Als we een auto nodig hebben hoeven we het ze maar te vragen of ze brengen ons of we mogen hem lenen. Moet er in Nederland toch niet aan denken om zomaar mijn auto aan een onbekende zeiler uit te lenen!!








zijn kabeljauw aan het schoonmaken



























Rose Blanche; waar het nog dramatischer is wat betreft de daling van het aantal inwoners, in 5 jaar tijd een daling van 13,4% waardoor het totaal vandaag de dag ligt op ca 360.  
Terwijl Rose Blanche gewoon per auto bereikbaar is.
We kunnen hier onze energie weer even kwijt, een leuke wandeling naar de vuurtoren maar ook als we internet willen moeten we een flinke heuvel op naar het Town House (gemeentehuis). Zittend op de trap van het Town House hebben we redelijk internet, tot de medewerkster buitenkomt en ons de code van hen geeft, dan vliegt het nieuwe weerbericht binnen. De 3 dagen dat we hier liggen is dit in ieder geval elke dag even ons dingetje om te doen.


De 6 kilometer lange wandeling naar de vuurtoren is erg leuk, de aangegeven route stuurt je langs de weg, maar wij besluiten de Old Lighthouse route te nemen, lekker klimmen en klauteren over rotsblokken. Dat blijkt geen verkeerde keuze, alhoewel we één twijfelpunt hebben; de route stuurt ons door een privé tuin!! De bewoner neemt onze twijfel weg, gewoon doorlopen, deze wandelroute loopt nou éénmaal door mijn tuin, geen probleem.






















Het moet gezegd, prachtige wandeling met uiteindelijk bij de vuurtoren een geweldig uitzicht over zee en over Rose Blanche.
 
 
best een eindje lopen naar de wc of waterput

De originele vuurtoren stamt uit 1871 en is toentertijd gebouwd met plaatselijk gewonnen graniet en in 1999 geheel gerestaureerd met zoveel mogelijk oude stenen die er rondom de vervallen vuurtoren te vinden waren. 
Onze wandeling naar de kant waar de veerboot aankomt is ook meer dan de moeite waard, behalve dan dat we worden lastiggevallen door vliegen.Met weer een beetje klimmen en klauteren maar ook door prachtige natuur bereiken we na 1,5 uur de veerboot. 

zoek het vogeltje




Kijken nog even of we met deze nog een dagje naar een ander plekje kunnen, maar helaas vaart de boot de komende 3 dagen niet uit.
Op onze terugtocht spreken we een Canadees uit Ontario (zijn vader komt uit Friesland en moeder uit Zuid-Holland) die 6 maanden doorbrengt in zijn prachtige vakantiehuis boven op de heuvel met uitzicht op zee. Voordat we door lopen moeten we nog even van hem wachten en niet veel later komt hij met een ‘gevulde’ plastic zak terug. Allemaal vers zegt hij, Henk neemt het in ontvangst en ziet tot zijn schrik 2 kreeften en een grote zak gefileerde kabeljauw. Dat gaat een paar dagen smullen worden voor mij, Henk laat vis héél graag aan zich voorbij gaan.

Onze laatste stop op Newfoundland gaat Port aux Basque worden. Het is koud en het regent als we ’s morgens om 08.45 uur wegvaren en ruim 19 mijl voor de boeg hebben.
Het grootzeil laten we ingepakt, alleen op de genua loopt het heerlijk en binnen 4 uur liggen we alweer aan de kade. 


Blijven de rest van de dag een beetje rondom de boot scharrelen, morgen maar eens wat verderop de buurt gaan verkennen.
De volgende dag eerst wat boodschappen doen bij de “grote supermarkt”, niet naast de deur, oké een flinke wandeling is goed voor ons. Die wandeling hebben we nooit gedaan, wel bij de supermarkt geweest, maar per auto.
Staan gereed op de kade voor vertrek als er een auto naast ons stopt die vraagt waar wij naar toe moeten, oh supermarkt, ik breng jullie wel even. De meneer blijkt bijna 86 jaar en woont hier al 55 jaar. Nou ben ik nogal bangig aangelegd om bij iemand in de auto te stappen die ik niet ken of niet weet wat voor chauffeur hij is, maar goed we stappen in.

Voordat we het weten krijgen we een 3 uur durende rondleiding langs allerlei bezienswaardigheden, waarbij hij ook nog eens heel leuk kan vertellen. 







Uiteindelijk stoppen we nog bij de supermarkt en wil hij op ons wachten, dat gaat ons echter te ver. Dit kunnen we iemand niet aandoen, we geven aan terug te gaan lopen. Oké zegt hij, maar wellicht ben ik straks nog in de buurt en kunnen jullie gewoon weer instappen!
Wij verdenken hem ervan ergens om een hoekje te hebben gestaan of in ieder geval in de buurt is gebleven.
Na de boodschappen en ons bezoekje aan het spoorweg museum gaan wij lopend op weg, na 3 minuten stappen we weer in en krijgen nog een rondleiding van 1,5 uur maar nu aan de andere kant van Port aux Basque.
Van enige vergoeding voor brandstof wil hij absoluut niets weten, maar zegt geen nee tegen het flesje wijn wat wij hem aanbieden.
Wijn en alle andere alcoholische dranken zijn duur in Canada. In Amerika koop je een goede fles wijn voor ca 8 dollar, voor dezelfde in Canada moet je al gauw 24 dollar betalen.







Aan de kade ligt een Amerikaanse boot met een stel dat nog langs de zuidkust gaat varen. Zij willen graag van ons weten waar wij allemaal geweest zijn. Dat kun je het gezelligste doen tijdens een borrel, dus nodigen wij hen uit bij ons aan boord.
Bij ons is het gewoon dat als je iemand uitnodigt jij ook de drankjes verzorgd, dat is zo niet Amerikaans! Bij Amerikanen neem je je eigen drank mee, ook al ben je door hen uitgenodigd, maar andersom nemen zij ook hun eigen drank mee. Henk leert wat een Dark Stormy is; donkere Bluenose rum (gebotteld bij Ironworks), ginger bier en een schijfje limoen. Op een tweede zegt hij geen nee!!
Informatie is uitgewisseld en de flessen inmiddels leeg als ze weer van boord gaan, het is gezellig geweest.

Gaan nog even naar muziek luisteren bij Scott's Cove Park, kunnen de muziek ook aan boord horen maar zien wie de muziek maakt is ook leuk.


Rose Blanche, Francois Bay en Ramea Island staan bovenaan ons lijstje van leukste/mooiste plekjes, gevolgd door het prachtige ankerplekje bij Deadman’s Cove.

Hebben hier een super tijd gehad, jammer dat er niet genoeg tijd was om heel Newfoundland te ronden, wellicht waren we dan nog beren, kariboes (rendier) of ijsschotsen tegengekomen.




Tot zover een klein stukje over onze belevenissen Newfoundland.

Tot later!