zaterdag 21 september 2019

Newfoundland - deel 1

Wat hebben wij genoten van ons verblijf op Newfoundland (met klemtoon op New), zijn inmiddels wel een beetje verliefd geworden op Nova Scotia en Newfoundland.
Newfoundland is sinds 1949 als tiende provincie toegetreden tot Canada. Voordien bestond het als een gedeeltelijk zelf-regerende kolonie van het Britse Rijk en later van het Britse Gemenebest.
Onze reis hiernaartoe begon vanuit Shelburne (Nova Scotia) en zou ons via Lunenburg, Halifax en het Bras d’or Lake naar het voor ons Noordelijkste land brengen (positie 47.34.845N en 056.44.623W).
Onderweg van Lunenburg naar Halifax bedachten wij ons dat we nu ook wel in één keer naar Newfoundland zouden kunnen gaan. Halifax hebben we immers vorig jaar al uitgebreid bekeken en het Bras d’or Lake kunnen we doen als we weer op de terugweg zijn.
Oké, hoeveel nachten dan te gaan en wat wordt ons eerste ankerplekje?
Het is 3 nachten doorvaren naar Francois Bay (ligt aan de ZuidOost kant), met deze wind en temperatuur prima te doen.
Vanaf Francois zou het nog 40 mijl doorvaren zijn om uit te komen bij het eiland Saint Pierre, een stukje Europa. Saint Pierre is de hoofdplaats van de Franse eilandengroep Saint-Pierre en Miquelon. Gek dat je in dit werelddeel zeilt en met een klein stukje doorvaren in een stukje Europa kan komen en zou kunnen genieten van Franse wijn, heerlijk stokbrood en dan niet te vergeten die verrukkelijke kazen.
Allemaal lekker, toch gaan wij niet, houden het bij de zuidkant van Newfoundland waar genoeg te zien is.
Onze stop is Francois Bay, wat we ’s morgens om half acht bereiken na een bijna perfecte overtocht. Alleen de laatste dag en nacht viel de wind weg en hebben we regen. Walvissen hebben we niet gezien maar daarentegen lieten de dolfijnen zich volop bewonderen.







Bijna hadden we het roer nog om moeten gooien, terug naar Nova Scotia. Bij ons besluit om door te gaan moest er een nieuwe koers in de plotter gezet worden, alleen bleek toen dat de navigatiekaart niet helemaal gedownload was, oeps nu alleen navigeren met de IPad dus geen back-up als deze het mocht begeven!
Durven we het beide aan!! Hebben ons zo verheugd op Newfoundland, zijn zover gekomen en nu om moeten keren omdat we alleen op de Ipad kunnen navigeren! Wat de doorslag gaf is dat als het niet mocht lukken we altijd nog om konden keren
Wat zijn we blij dat we besloten hebben om toch door te gaan om de zuidkust van Newfoundland te gaan verkennen!

Door de mist kunnen we zo gauw de ingang naar Francois Bay ontdekken, maar éénmaal in de buurt zien we de opening.


 
Aan de drijvende steiger is plek voor ons, er zijn niet veel boten die deze plek aandoen. De mensen zijn blij als ze hier in het seizoen (juni t/m augustus) 10 bezoekende boten mogen ontvangen.
In onze achtertuin klettert een waterval en zijn we rondom ingesloten door bergen. 





Francois is alleen te bereiken per boot of helicopter. Medische verzorging is niet dagelijks aanwezig, als ze mazzel hebben komt er één keer in de 6 weken een arts langs. Ook de school heeft nog maar een bezetting van 10 kinderen, waar er 20 jaar geleden nog 150 les kregen.
Aan heel de zuidkust zie je een afname van het aantal bewoners. Zodra kinderen naar het voortgezet onderwijs moeten, vertrekken gezinnen naar grotere plaatsen. Veel leegstand van woningen, die later wel weer worden gekocht en dan gebruikt worden als vakantiehuis. In de wintermaanden is dan een dorp als dit zo goed als uitgestorven.
Het is zelfs zo erg dat er inmiddels dorpen zijn die door de regering zijn opgeheven, waar dus helemaal geen veerboot komt om voorraden af te leveren.
Ik denk dat als wij hier over 10 jaar nog een keer terugkomen dat een plek als oa Francois Bay, La Poile, Grey River ook niet meer bestaan. Hopen maar dat het voor de huidige bewoners allemaal mee zal vallen.
Tijd om de benen te strekken, we gaan de berg op, kijkje nemen op de top waarvandaan je een prachtig uitzicht moet hebben over de baai.
De Pond Trail is geen moeilijke wandeling maar wel een aanslag op onze conditie, gelukkig is alles goed begaanbaar. Alhoewel op één stukje na dan, wat mij een natte broek opleverde. Een te grote stap over een watertje en als je dan op de verkeerde kei stapt dan lig je met je kont in het water.
Maar alles is meer dan de moeite waard. Het binnenmeertje met kraakhelder water en dan het uitzicht over de baai.

















Openbaar toilet





















Achteraf was het beter geweest om van west naar oost te varen ipv andersom, de wind waait namelijk in deze tijd van het jaar meestal van west naar oost, hierin hebben we ons dus niet goed verdiept.
Waar we geluk mee hebben is mist, normaal gesproken hebben ze  hier in deze periode veel last van, ons blijft dat gelukkig bespaard. Er is geen dag geweest dat wij vanwege mist niet uit konden varen.
Na Francois Bay gaan we ankeren bij Deadman’s Cove. Het is even zoeken naar een geschikte ankerplek, we vinden een plekje met 6 meter water onder de kiel, maar dan liggen we helemaal alleen met alleen het geluid van de waterval op de achtergrond.






Uit andere blogs hadden we van de voren al wat plekken uitgezocht die wij aan wilden doen, daarvan is Grey River er één.14 mijl vanaf Deadman’s Cove,  de wind komt niet uit de goede hoek, werken geblazen. Geen idee meer hoe vaak we overstag zijn gegaan. Overstag gaan betekent bij ons genua in draaien en daarna weer laten vieren enz enz enz enz.

Het zicht is goed maar ook hier zien we de ingang pas op het laatste moment. Met 2 knopen stroom tegen gaat het varen richting dorp niet snel, maar we komen er.
Het waait behoorlijk hard wat maakt dat we nog even aan boord blijven, je weet nooit of het anker gaat krabben. Sinds wij het Rocna anker hebben liggen we eigenlijk altijd wel als een huis, maar nu we zo links en rechts tussen de rotsen liggen zijn we extra voorzichtig.



 Overal kom je wel mensen tegen die of geboren zijn in NL of ouders hebben die ooit naar Canada zijn geëmigreerd. Ook nu spreken we een NL-der, Rob, die hier aan het kanoën is. hij probeert in het Nederlands met ons te communiceren wat hem nog redelijk afgaat. Hij blijkt een restaurant te hebben op het eiland Ramea en nodigt ons uit om langs te komen. Ramea stond niet op ons lijstje, maar waarom ook niet, morgen die kant maar op.
Eerst nog even dit dorp verkennen en ook hier; school met 2 leerkrachten voor 7 leerlingen, veel leegstaande huizen, geen medische verzorging.


je hoeft niet uit te kijken voor auto's, die rijden hier helemaal niet, alleen opletten geblazen voor quads en de kids die in hun kleine autootjes rondkarren.






In dit soort kleine dorpjes hebben ze hun eigen afvalverwerking, hoezo denken aan milieu!!



Ene Peter laat ons nog even het huis van zijn overleden vader zien wat hij aan het verbouwen is en wat straks als vakantiehuis moet gaan dienen. Ook vraagt hij of we de walvis gezien hebben die vanmorgen achter ons aan de rivier op is gezwommen: wat!! nee!! jammer!!
Hij garandeert ons dat we morgen onderweg naar Ramea walvissen tegenkomen, we zullen zien.







Hebben we soms wat modder of een vislijn aan het anker, op Grey River halen we met het naar bovenhalen van het anker 4 autobanden boven water. Het mes moet eraan te pas komen om de boel los te snijden. 


We komen ze inderdaad tegen, zijn nog niet een mijl buiten of we zien ze spuiten en niet veel later ruggen boven water. 


goed kijken, dat zwart is een walvis
Motor gaat uit en we dobberen wat in de hoop ze dichterbij nogmaals te zien, maar zien alleen zo nu en dan in de verte een rug boven komen.
Niets te mopperen dus en helemaal niet als we ook nog orka’s tegenkomen. In eerste instantie dachten we aan hele grote dolfijnen, maar nadat ze met de kop boven water uitkwamen zagen we het direct.
Later op Ramea worden we bevestigd door bewoners dat ze hier inderdaad voorkomen. Zo gaaf!!
Op Ramea kunnen we aan de steiger, onze lijnen worden aangepakt door Amerikanen die ons meteen vertellen dat je een wandeling kunt maken helemaal om het eiland heen en dat het liggeld hier 5 dollar (Canadese) per dag is, tenminste als de havenmeester zin heeft om langs te komen.
De wandeling maken we, met 4 uurtjes zijn we het eiland helemaal rond en het was zeker de moeite waard. De havenmeester heeft 2 dagen de tijd gehad om langs te komen, geen zin waarschijnlijk. Proberen het geld nog te droppen bij het gemeentehuis, maar een brievenbus hebben ze niet en aangezien het zondag is, niemand te bekennen.

Uiteraard hebben we ook nog bij Rob gegeten, niet bijzonder wel smakelijk. Ook spreken we hier nog een zeilers echtpaar, hij Canadees zij Ierse, die 13 jaar in Europa hebben rond gezeild, hebben nu de boot op Ramea waar ze ook een prachtig huis hebben. Voordat we het weten zitten we bij hen thuis aan de thee (ja, thee!!) en horen we mooie verhalen over Europa, maar ook over mooie plekjes op Newfoundland.































Wordt vervolgd!

Tot later!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Welkom