woensdag 22 augustus 2018

Nova Scotia_Canada - deel 1

Uitgezwaaid door Tineke en Herbert gaan we op weg naar Shelburne (263 mijl), onze eerste stop in Canada en tevens een plek om in te klaren.
Als je in een baai ligt heb je niet altijd in de gaten hoeveel wind er op open zee staat. We zijn nog niet helemaal buiten of het poeiert erover, van 6 knopen wind naar 28 knopen. Gauw genua weggedraaid en kotterfok gezet, dat zeilt een stuk beter. Bij vertrek hadden we wel alvast 1 rif in het grootzeil gezet en daar zijn we blij mee.
Eénmaal op open zee gaat het lekker, we hoeven niet meer scherp aan de wind dus prima zeilen.
Het gebied staat erom bekend: MIST.
Dat merken we, na 1 dag is het gedaan met het zicht, hebben nu alleen maar mist, mist en nog eens mist. Deze verdwijnt niet meer totdat we vlak bij Shelburne zijn. Op radar en AIS zien we soms wat boten, de enige boot die we daadwerkelijk één keer uit de mist zien opdoemen is de K’dans die ons van oploopt.
We hebben nog geen 30 meter zicht dus zo dichtbij is de walvis, eerst hoor je blazen dan een soort kreunen en dan dat grote lijf. Jammer genoeg lukt het niet om hem op de foto vast te leggen, hoop dat dit ooit nog een keer gaat lukken.
Verder gaat alles lekker, lopen er prima doorheen, doen 24 uur door 3 uur op 3 uur af. Wat moet je buiten in de mist met z’n tweetjes, alleen dan allebei nat worden van de mist.
Ik schrik even van een bonk onder de boot, roep naar Henk dat het een boomstronk was. Oké gelukkig geen walvis geraakt. Niet veel later zie ik wat donkers vlak voor de boot; weer een boomstronk?
Sh.t nee het is een walvis, gelukkig kan ik snel uitwijken en ook de walvis duikt weg, daar komen we allebei goed weg. De schrik zit er wel even in.
De laatste uren voordat we Canada binnenlopen, gastenvlaggetje heeft Henk al gehesen, die wappert. Je hoort, leest en ziet soms op tv wel eens iets over goederen invoeren in Canada, verse groente en fruit niet welkom, rauw vlees niet welkom, teveel aan drank niet welkom, teveel aan sigaretten niet welkom, ga zomaar door. Oké wij gaan nog gauw uiensoep, appelmoes en aardappel puree maken, bietjes en sperziebonen koken, de komkommers en tomaten laten wij voor wat ze zijn.
Nog even wat drank op een niet makkelijk te vinden plek opbergen en kom maar op heren/dames van Customs. Aan boord van de K’dans hebben ze inmiddels ook het nodige aan kant-en klaar maaltijden op voorraad.
Karina heeft Customs gesproken, we moeten bij de Public steiger gaan liggen, daar komt dan Customs aan boord. K’dans is wederom gastvrij, kunnen aan hen vast maken. Knappen onszelf nog even op, doen snel de afwas en dan zijn we klaar voor het bezoek aan boord. Jammer van al ons werk maar ze komen helemaal niet aan boord.
De dame en heer (of Piet Bambergen voor onze neus stond) vonden de trap vanaf de steiger naar de boot te hoog en er misten een paar treden. Of wij het erg vonden om de paspoorten en bootpapieren aan hen op de steiger te geven, dan konden ze daar het één en ander afwikkelen.
Wij met z’n 4-tjes keurig op een rij aan dek waar onze neuzen bij sommige antwoorden steeds langer werden:
hoeveel drank heeft u een boord; K’dans/Bluenose, een paar liter voor eigen gebruik (je mag pp 1,5 liter aan boord hebben, bij ons is/was iets meer dan 25 liter wijn en dan nog de nodige andere alcoholische dranken, bij K’dans nog een ietsje pietsje meer;
heeft u sigaretten; Bluenose, nee wij roken niet, K’dans ja een paar pakjes (jaja);
vlees aan boord; Bluenose, nee wij eten geen vlees (gehakt en spek lagen in de koelkast), K’dans, wel wat in de vriezer (jaja);
wapens en/of drugs aan boord; Bluenose/K’dans, nee (en dat is echt zo).
Zo ging het vragen stellen nog even door en ook waar we allemaal geweest waren, wat we gaan doen, hoe lang we denken in Canada te blijven.
Oké hier is uw license voor de boot en paspoorten met stempel en veel plezier tijdens uw verblijf in Canada.
Eerst een ankerplek gezocht en de rest van de dag lekker rustig aan gedaan, morgen gaan we op verkenning.
Na 2 nachten op zee is het altijd weer lekker slapen zo achter het anker, geen golven alleen een beetje deining die de baai inloopt.
Samen met K’dans gaan we naar de kant, op zoek naar internet en supermarkt. Karina vraagt aan iemand waar we het beste kunnen zijn voor internet. De beste man belt en regelt meteen dat Gerard en ik met de auto door een oud echtpaar weggebracht worden. Karina en Henk kunnen met hem mee om wat te drinken, Gerard roept nog geef ze melk (het is nl pas 11.00 uur). Glazen rode wijn (door de man zelf gebrouwen), makreel, verschillende soorten kaas werd hen aangeboden en dat terwijl Gerard en ik ruim een uur lang bij een internet winkel hebben gezeten zonder zelfs een kop koffie. Op onze wandeling terug naar de boot kwamen wij onze jolige partners tegen, na hun verhaal begrepen wij ook wel waardoor dat kwam.
Super vriendelijke en behulpzame mensen in Shelburne, aan iemand vragen waar de supermarkt is betekent met de auto gebracht worden.
Shelburne is een onwijs leuke plaats met musea, leuke winkeltjes, een prima clubhuis van de zeilvereniging met prima internet en ook hier weer een festival. Een 3-daags Gospel festival.
Leuk!!
Een dame die aan de overkant, waar het festival plaatsvind, in kledendracht boter zit te karnen liet ons weten dat het gelukkig de laatste dag was, wij waren het met haar eens.


Op zaterdagochtend is er een ‘Farmers Market’ waar locaal geproduceerde producten worden verkocht (brood, wijn, sieraden, gebreide sokken) en dat alles met muzikale ondersteuning door oude en jonge ingezetenen van Shelburne. 








Gerard raakt in gesprek met de bakker, even als “collega’s” onder elkaar.

Bij het clubhuis nog even internetten met een biertje erbij. Even werd het niet, worden uitgenodigd om ook te genieten van allerlei soorten Franse kaas die één van de leden heeft meegebracht, lange tafel vol met de verrukkelijkste kazen. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Heerlijk!
Rob en Baudine (Bojangles) zijn ook in Canada maar liggen in Yarmouth (aan de westkant, wij aan de oostkant), ongeveer 2,5 uur met de auto. Ze besluiten een auto te huren en onze kant op te komen, gezellig!
Wij hebben zo lang met hen opgetrokken en nu al zo lang niet gezien dat we er erg naar uitkijken. Hebben elkaar veel te vertellen alleen is deze dag veel te snel voorbij en moeten we weer afscheid nemen. Zal weer enige tijd duren voor we elkaar weer gaan zien, wij gaan verder noordwaarts, zij gaan terug naar Amerika.
Proberen altijd daar waar we zijn ook een wandeling door de natuur te maken, zo ook hier. Pakken de dinghy naar de overkant, even kijken waar we kunnen landen en dan nog op zoek naar het wandelpad. Het is wat klimmen en klauteren maar uiteindelijk op het wandelpad beland. Vinden een oud barrel van een fiets die wij gebruiken ter markering van waar onze dinghy’s liggen. Nu maar hopen dat niemand anders deze fiets gaat gebruiken op een andere plek. Na 1,5 uur vinden wij de fiets op de plek waar wij deze hebben achtergelaten, gelukkig!













Nog ruim 80 mijl te gaan naar Lunenburg. De plaats waar de originele Bluenose vandaan komt, dus een plek die wij moeten bezoeken en hopelijk ligt deze daar aan de steiger, we zullen zien. Wij hebben de naam Bluenose gekozen naar aanleiding van een documentaire over deze originele Bluenose.
Gaan deze afstand niet in één keer afleggen, maken een tussenstop in Lockeport en Liverpool.
Lockeport; een vissersdorp met 300 inwoners. Gaan, nadat de mist in de middag een beetje opgetrokken is, nog wel even naar de kant. Beetje dooie boel, een dorp met drie straten, kleine supermarkt en een wolwinkel, veel meer is hier niet te zien of te beleven.





De omgeving is prachtig, het doet ons een beetje denken aan de Zweedse scheren, groen en veel ruige eilandjes met af en toe een huis erop.
Liverpool daarentegen is veel groter, met 5000 inwoners een echte stad.
Als we ’s morgens om 09.30 uur het anker ophalen voor onze tocht van 33 mijl naar Liverpool is het koud en mistig, bij aankomst is de mist volledig verdwenen en schijnt de zon volop.
De eerste 25 mijl hebben we alleen met grootzeil gevaren, daarna de genua er nog bijgezet. De wind trekt nog even behoorlijk aan de laatste 2 mijl naar onze ankerplek. We liggen, morgen weer een dag.
Het is heerlijk weer als we naar de kant gaan om de buurt te verkennen. Vandaag doen we in en rondom de stad, morgen gaan we de natuur in.
Blijft altijd genieten om nieuwe plaatsen aan te doen, ook hier weer.



zo pimp je een brandkraan


Onze wandeling door het bos van Liverpool.





Na 3 dagen is het tijd om te vertrekken, Lunenburg wacht.
Tot later!

Amerika - deel 8 en tevens laatste

Wat een saaie tocht vanaf Rhode Island naar Martha’s Vineyard (staat Massachusetts), alleen het eerste uur hebben we wind en daarna is het 40 mijl motor aan.
Laten ons anker zakken aan de overkant bij Vineyard Haven, hoeven daar vandaan maar een klein stukje met de dinghy om aan de kant te kunnen.
Hebben al het één en ander gelezen over dit eiland wat vooral bekend is om oa de Ginger Bread huizen in Oak Bluffs maar ook Edgartown daar waar de film Jaws is opgenomen.
Om dit allemaal te gaan bekijken, wat makkelijk in één dag kan, nemen we de bus. Een dagkaart kost 8 dollar per persoon en dan kun je het hele eiland over waarheen je maar wilt.
Wij stappen eerst uit in Oak Bluffs, wat inderdaad een heel leuk dorp is. Aan de hand van een plattegrond proberen we zoveel mogelijk van deze plek te bewonderen, zulke leuke mooie huizen die er staan. Aan de Main street staan de ginger bread huizen die voornamelijk als zomerhuis in gebruik zijn, slechts 30 van de 100 huizen zijn permanent bewoond. Weinig van deze huizen zijn geisoleerd en/of voorzien van verwarming.











Na Oak Bluffs is het tijd om de bus weer op te zoeken en naar Edgartown te gaan op zoek naar Jaws.
Er blijken nog een aantal items overgebleven te zijn uit de film; het politiebureau, een brug, de vuurtoren. Nu is het natuurlijk jaren geleden dat de film uitkwam en ik deze ook heb gezien, maar niet meer weet hoe alles er toen in de film uitzag.
De mechanische haai die ze voor de film hebben gebruikt is helaas niet meer te zien.



Zowel Oak Bluffs als Edgartown waren zeer zeker de moeite van het bezoek waard.
Eénmaal terug aan boord van de Bluenose drinken we nog wat met Gerard en Karina als we bezoek krijgen van Stephen en Kathy (Amerikanen), Stephen hebben wij al eerder ontmoet op Rhode Island (waar wij van hem allerlei tips kregen), maar hier maken wij voor het eerst kennis met zijn vrouw Kathy.
Kathy moet eerst even wennen, even aankijken wat voor mensen Nederlanders nou zijn, maar daarna staat haar mond bijna niet meer stil. Na een paar uur houden ze het voor gezien en voordat we afscheid nemen krijgen we een uitnodiging dat als we in Florida Keys zijn we toch echt met hen contact op moeten nemen, daar hebben ze nl nog een huis staan. 

Vlak voor onze neus maken we nog een demonstratie mee van de Kustwacht.

Ook aan ons verblijf op Martha’s Vineyard komt een eind, we moeten verder, verder naar Gloucester wat voorlopig ons laatste verblijf in Amerika zal zijn, daarna lonkt Canada.
Het is prachtig weer als we om 10.00 uur het anker ophalen voor de 85 mijl naar Gloucester.
We hebben 2 opties: vandaag zover mogelijk komen, ergens overnachten en dan de volgende dag het laatste stuk naar Gloucester of een nachtje door te halen en dan de volgende ochtend vroeg binnen te komen. Laten het een beetje op z’n beloop, eerst zien hoe deze dag verloopt.
De eerste uren schiet het niet echt op, het is niet te bezeilen. Na een paar keer overstag te zijn gegaan  komen we, door wind en dwarsstroom, steeds weer op ons vertrekpunt uit, we starten de motor.
Eénmaal voorbij Great Harbour gaat de motor uit, de gennaker komt te voorschijn en is het goed toeven op het water. Heerlijk zeilen zo.
Vlak voor het Cape Cod kanaal gaan bij ons de zeilen naar beneden en tuffen wij op de motor het kanaal in. K’dans laat nog lang de zeilen staan en zoeft ons voorbij.
Inmiddels hebben we al besloten om de nacht door te varen, alleen om het hele kanaal door te kunnen moeten we wachten tot zeker 19.00 uur als de stroom begint mee te lopen. Tegen de stroom in motoren is geen optie, daarvoor is die te sterk en hebben toch alle tijd. Het is 18.00 uur als we aan de K’dans vastknopen (zij liggen aan een mooring), wat te eten maken om ons vervolgens om 19.30 uur los te gooien om de rest van het kanaal af te leggen. K’dans besluit nog een uurtje te wachten.
We vliegen het laatste stuk, 11 mijl in 1 uur! Eénmaal op zee blijkt er bij de kust geen wind te staan, varen eerst wat verder naar buiten en pakken dan wat wind op.
Met 10 tot 12 knopen wind lopen we 3 knopen, het is niet snel maar willen ook niet te vroeg in Gloucester aankomen, dus ook nu weer alle tijd.
Hebben nog wel contact met K’dans en nadat zij van ons vernomen hebben hoe weinig wind er staat besluiten zij na het kanaal te ankeren om vervolgens de volgende ochtend om 5 uur verder te gaan, dan zou er meer wind zijn.
Hebben een heerlijke rustige nacht, kunnen allebei tussendoor lekker een tukkie doen en zijn dan ook uitgerust als wij om 09.30 uur naast de Zahree (Tineke en Herbert) ons anker droppen. Zij komen meteen even een bakkie doen, hebben hen voor het laatst gezien in Curacao (oktober 2017), eerst een dikke knuffel, dan lekker bijkletsen.
Het weer slaat begin van de middag om, het is gaan regenen en niet zo’n beetje, het hoost. Arme Gerard en Karina, hebben nu wel genoeg wind maar nu ook veel regen erbij, blij dat wij de nacht doorgegaan zijn.
Tegen 17.00 uur komen ook zij aan in Gloucester, nat maar ze zijn er. Inmiddels is de hevige regen overgegaan in motregen, we moeten het bootje laten zakken en nadat Henk het bootje heeft leeggeschept kunnen we naar de Zahree, daar zijn we uitgenodigd voor een uitgebreide borrel.
Het is een meer dan uitgebreide borrel, wat worden we in de watten gelegd door ze, heerlijk genieten van lekkere cocktails en allerlei heerlijke hapjes.
Gloucester is zo anders dan de voorgaande plekken die wij hebben aangedaan. Ruiger, niet overal gecultiveerde tuinen of perfect geasfalteerde wegen, echt een visserdorp met overal waar je kijkt kreeftenkorven.
Volgens inwoners worden hier de meeste kreeften die in een seizoen gevangen worden aan land gebracht. Maar ook grote tonijnen die, net als je wel eens op tv ziet, gewogen worden dan een stukje eruit voor het bekijken van de kwaliteit en dan de prijs bepalen.
Gloucester bekend van de film Perfect Storm, een film gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Eén van de boten, de Andrea Gail, kwam hier vandaan.

"Visser en Kapitein van de Andrea Gail, Frank Billy Tyne Jr, heeft een teleurstellend seizoen in Gloucester achter de rug. Hij gaat met bemanning naar een zone waar veel vis zit maar waar het ook gevaarlijker is omdat de kans op stormen er groter is. Er ontwikkelt zich uit een zeldzame weersituatie een orkaan die bijna een van categorie 6 is. Het was de storm van de eeuw, golven van meer dan 35 meter hoog. Een noodweer dat werd veroorzaakt door zo’n uitzonderlijke combinatie van factoren dat meteorologen spraken van ‘de volmaakte storm’. Toen deze opstak in oktober 1991 gebeurde dat zonder duidelijke voortekenen.
‘Hij komt eraan jongens en hoe” meldde de kapitein van de Andrea Gail vlak voor de kust van Nova Scotia over de radio. Daarna zijn boot en bemanning spoorloos verdwenen."
bemanning Andrea Gail

Canada wacht, we moeten gaan. De voorspellingen zijn goed voor de 265 mijl die we te gaan hebben. Eerst even uitklaren, nou ja even! Het is erg onduidelijk in Amerika wat en hoe te handelen. De één zegt je moet als persoon een maand het land uit, de ander laat weten 14 dagen. Karina belt met de autoriteiten en weet daarna wat we moeten doen.
Mail sturen met kopie paspoort en visum en kopie van onze license, ook alle kopieën nog even in een envelop en opsturen. De ochtend voor vertrek droppen Gerard en Karina de envelop in de brievenbus en dan is alles geregeld. Inmiddels is er antwoord op de mail dat onze license is stopgezet en wij bij terugkeer in de USA een nieuwe kunnen aanvragen. Nog even een belletje naar Customs voordat we daadwerkelijk anker opgaan; ja alles is oké, jullie kunnen gaan en veel plezier in Canada.
Tot later!

Amerika - deel 7

Afgesproken met Gerard en Karina dat we er een zeilwedstrijd van gaan maken naar Rhode Island; de verliezers koken voor de winnaars.
Om 09.30 uur gaat het anker omhoog en éénmaal buiten trekken we het grootzeil erop en dan blijkt de voorspelde wind er helemaal niet te zijn. We dobberen wat en dan gaat toch echt de motor even aan (noteren de motoruren, deze tellen mee voor de wedstrijd). Lang hoeft de motor niet bij als  eindelijk de voorspelde wind gaat waaien en we heerlijke zeildagen hebben, overdag de gennaker erop die er bij het vallen van de avond weer afgaat  om in de nachten met de genua te varen (wij, eigenlijk ik, hou er niet van om ’s nachts met de gennaker te varen).
Aangezien we steeds verder noordwaarts trekken is de kans op het zien van walvissen groot. Hopelijk zien we ze alleen maar en niet zoals tijdens de oversteek van de Kaap Verden naar Suriname er tegen één opvaren.
We zien er 7, wauw wat is dit gaaf!! Eerst zie je een soort mist omhoog komen en daarna enorme lijven. De eerste paar walvissen zijn zo’n 100 meter bij de boot vandaan maar dan zijn er een paar op 30 tot 40 meter bij de boot, je hoort ze heel duidelijk en wauw die grote donkere lijven.
In onze laatste nacht komt er dichte mist opzetten, gedver we zien echt niets meer om ons heen. Radar gaat aan en dan blijken er toch redelijk veel boten om ons heen. De mist blijft tot we vlak voor de ingang van Newport zijn en we de afgesproken finishlijn kunnen zien om die vervolgens om 12.25 uur te passeren.
Zijn de laatste weken niet echt veel boten om ons heen gewend, nou dit is andere koek: veel boten, héél véél boten.
Kunnen gelukkig nog een prima ankerplek vinden in Brandon Cove en is het wachten op de K’dans. Voordat zij zo rond 17.00 uur de finishlijn passeren hebben ze al opgeroepen dat zij voor ons zullen koken, Bluenose heeft gewonnen. De volgende avond is het smullen bij hen aan boord van een heerlijke nasi maaltijd.
Zeilboten groot en klein, motorboten groot en klein, alles vaart hier. Nu begrijpen we wat men hier bedoelt met ‘Zeilerswalhalla’, niet dat wij rondom Rhode Island varen, dat ligt nog in het vooruitzicht.
Toeristen kunnen hier op prachtige zeilboten een tochtje maken van een paar uur en we zien die boten dan ook regelmatig uitvaren. Newport is een drukke stad waar veel te beleven valt voor de grote hoeveelheid aan toeristen.
Uiteraard doorkruizen ook wij Newport van oost naar west en van noord naar zuid, komen veel interessante bezienswaardigheden tegen.
Als je in Amerika ergens gaat lunchen en er staat bij dat een gerecht inclusief chips is krijg je chips maar dan wel een “zakje chips”, iets waar wij ons steeds weer over verbazen.
In  Newport is het een ‘must’ om de Cliffwalk te doen, een wandeling van ongeveer 3,5 mijl (5,6 kilometer). Je kunt op een bus stappen naar het begin van de cliff en aan het eind weer met je kont in de bus stappen, maar nee wij niet, wij lopen vanaf de haven en hebben éénmaal terug aan boord dan toch een dikke 20 kilometer in de benen.
Langs de kust en over kliffen (niet te stoer over denken, viel heel erg mee) wandelen met aan de ene kant de zee en aan de andere kant prachtige grote huizen van hele rijke grote industriëlen.

Één hebben we er van onthouden: Familie Van der Bilt.











Feestdag voor de Amerikanen: 4 juli Onafhankelijkheidsdag; 's morgen eerst in een park 100 saluutschoten (wat een kabaal), overdag her en der muziek en ’s avonds rondom ons heen prachtig vuurwerk.


Het weer is hier over het algemeen prima, lekker zonnetje, soms wat regen, soms wat teveel wind maar over het algemeen prima toeven. Één nacht was er zeker iets teveel aan wind, het poeierde erover dat wij zelfs een ankerwacht hielden. Gelukkig voor ons hield het anker prima wat niet gezegd kon worden van veel andere boten, waaronder helaas de K’dans. Gelukkig kregen zij redelijk snel het anker omhoog en konden iets verderop het anker weer droppen.
Er zijn wel wat boten die elkaar geraakt hebben maar elkaar gelukkig niet veel schade hebben toegebracht. Na een paar uurtjes kon iedereen, nadat de wind was afgenomen, het bed weer opzoeken. De volgende morgen lag de K’dans alweer vroeg op hun ‘oude’ plekje.
Na 1,5 week houden we het hier voor gezien, gaan naar Martha’s Vineyard wat 45 mijl verderop gelegen is.
Tot later!